
Telefoon en SIM
PIN-code vragen
— Als deze optie actief is, moet u bij
inschakeling van de telefoon altijd eerst de PIN-code
opgeven. Het kan zijn dat u deze optie bij sommige SIM-
kaarten niet kunt uitschakelen. Zie ‘Uitleg van PIN- en
blokkeringscodes’ op pag. 107.
PIN-code
,
PIN2-code
en
Blokkeringscode
— U kunt de
blokkeringscode, de PIN-code en de PIN2-code wijzigen.
Deze codes kunnen alleen bestaan uit cijfers van 0 t/m 9.
Zie ‘Uitleg van PIN- en blokkeringscodes’ op pag. 107.
Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken
van de alarmnummers, om te voorkomen dat u per
ongeluk het alarmnummer kiest.
Neem contact op met uw serviceprovider als u een van
deze codes bent vergeten.
Periode autom. blok.
— U kunt een time-out instellen
waarna de telefoon automatisch wordt vergrendeld. Met
de juiste blokkeringscode kunt u de telefoon ontgrendelen.
Geef het aantal minuten op voor de time-out of selecteer
Geen
als u de automatische blokkering wilt uitzetten.
Voer de blokkeringscode in om de telefoon te
ontgrendelen.
Opmerking: Wanneer de telefoon is vergrendeld,
kunt u soms nog wel in het profiel Offline bepaalde
alarmnummers kiezen die in het geheugen van de
telefoon zijn geprogrammeerd.
Tip! U kunt de telefoon handmatig vergrendelen door
op
te drukken. Er wordt een lijst met opdrachten
weergegeven. Selecteer
Blokkeer telefoon
.
Blok. als SIM gewijz.
— U kunt instellen dat om de
blokkeringscode wordt gevraagd als er een onbekende
SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst. Op de telefoon
wordt een lijst van SIM-kaarten bijgehouden die worden
herkend als kaarten van de eigenaar.
Vaste nummers
— Als deze functie door de SIM-kaart
wordt ondersteund, kunt u uitgaande oproepen en SMS-
berichten beperken tot bepaalde telefoonnummers.
Hiervoor hebt u de PIN2-code nodig. Als u de lijst met
vaste nummers wilt zien, drukt u op
en selecteert u
Instrumenten
>
Instellingen
>
Beveiliging
>
Telefoon en
SIM
>
Vaste nummers
. Als u nieuwe vaste nummers wilt

Instrum.
107
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
opgeven, selecteert u
Opties
>
Nieuw contact
of
Toev. uit
Contacten
. Wanneer u
Vaste nummers
gebruikt, zijn
pakketgegevensverbindingen niet mogelijk, behalve
wanneer u SMS-berichten verzendt via een pakket-
gegevensverbinding. In dit geval moeten het nummer van
het berichtencentrale en het telefoonnummer van de
ontvanger worden opgenomen in de lijst met vaste
nummers.
Beschikbare opties in de weergave
Vaste nummers
:
Openen
,
Bellen
,
Vaste nrs. activeren
/
Vaste nrs.
deact.
,
Nieuw contact
,
Bewerken
,
Verwijderen
,
Toev.
aan Contact.
,
Toev. uit Contacten
,
Zoeken
,
Markeringen aan/uit
,
Help
en
Afsluiten
.
Opmerking: Wanneer beveiligingsfuncties zijn
ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen worden
beperkt, zoals
Oproepblokk.
,
CUG
en
Vaste nummers
,
kunt u soms nog wel geprogrammeerde officiële
alarmnummers kiezen.
CUG
(Closed User Group) (netwerkdienst) — Hiermee kunt
u een groep mensen opgeven die u kunt bellen of die u
kunnen bellen.
SIM-diensten bevest.
(netwerkdienst) — Hiermee kunt u
een bevestigingsbericht laten weergeven wanneer u een
SIM-kaartdienst gebruikt.
Uitleg van PIN- en blokkeringscodes
PIN-code (Personal Identification Number) — Deze code
beschermt de SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De
PIN-code (vier tot acht cijfers) wordt gewoonlijk bij de
SIM-kaart verstrekt. Als u de PIN-code driemaal achter
elkaar foutief invoert, wordt de code geblokkeerd. U kunt
de SIM-kaart kan pas weer gebruiken nadat de blokkering
is opgeheven. Zie de informatie over de PUK-code in deze
sectie.
UPIN-code — Deze code wordt mogelijk geleverd bij de
USIM-kaart. De USIM-kaart is een uitgebreide versie van
de SIM-kaart die wordt ondersteund door mobiele UMTS-
telefoons. Met de UPIN-code wordt de USIM-kaart
beveiligd tegen ongeoorloofd gebruik.
PIN2-code — Deze code (vier tot acht cijfers) wordt bij
sommige SIM-kaarten geleverd en verschaft u toegang tot
bepaalde functies op de telefoon.
Blokkeringscode — Deze code (vijf cijfers) kan worden
gebruikt om de telefoon te vergrendelen ter voorkoming
van ongeoorloofd gebruik. De fabrieksinstelling voor de
blokkeringscode is 12345. Voorkom ongeoorloofd gebruik
van uw telefoon door de blokkeringscode te wijzigen.
Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een
veilige plaats (niet bij de telefoon).
PUK-code (Personal Unblocking Key) en PUK2-code —
Deze codes (acht cijfers) zijn vereist om een geblokkeerde

Instrum.
108
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
PIN- of PIN2-code te wijzigen. Als de codes niet bij de
SIM-kaart zijn geleverd, neemt u contact op met de
netwerkexploitant van uw SIM-kaart.
UPUK-code — Deze code (acht cijfers) is vereist voor het
wijzigen van een geblokkeerde UPIN-code. Als deze codes
niet bij de SIM-kaart is geleverd, neemt u contact op met
de netwerkexploitant van uw USIM-kaart.
Portefeuillecode — Deze code is vereist is als u gebruik
wilt maken van de portefeuillediensten. Zie ‘Portefeuille’
op pag. 81.