Foto’s maken
Druk op
of
om te schakelen tussen de weergave
Afbeelding
en
Video
. Open de weergave
Afbeelding
.
Beschikbare opties voor het maken van een foto:
Vastleggen
,
Nieuw
,
Flits
(alleen voor camera op
achterzijde),
Camera voor
/
Camera achter
,
Nachtmodus aan
/
Nachtmodus uit
,
Reeksmodus
/
Normale modus
,
Zelfontspanner
,
Ga naar Galerij
,
Aanpassen
,
Instellingen
,
Help
en
Afsluiten
.
Symbolen voor de camera:
• De symbolen voor het
telefoongeheugen (
)
en de geheugenkaart
(
) geven aan waar
afbeeldingen worden
opgeslagen (1).
• Het afbeeldingssymbool
(2) geeft aan hoeveel
afbeeldingen, afhankelijk
van de geselecteerde
beeldkwaliteit, er in het
resterende geheugen van
uw telefoon of in de geheugenkaart passen.
• Het zoomsymbool (3) geeft de zoomfactor aan. Druk
op
om in te zoomen en druk op
om uit te
zoomen.
• Het flitssymbool (4) geeft aan of de flits is ingesteld op
Aan
(
),
Uit
(
) of
Automatisch
(geen symbool).
• Het nachtmodussymbool (5) geeft aan dat de
nachtmodus actief is.
• Het reeksmodussymbool (6) geeft aan dat de
reeksmodus actief is. Zie ‘Foto’s nemen in een serie’ op
pag. 39.
• Het zelfontspannersymbool (7) geeft de tijd aan totdat
de foto wordt genomen. Zie ‘Zelf op de foto —
zelfontspanner’ op pag. 39.
Sneltoetsen:
• Druk op
om de nachtmodus in of uit te
schakelen.
• Druk op
om de reeksmodus in of uit te
schakelen.
• Druk op
om de helderheid aan te passen.
• Druk op
om het contrast aan te passen.
Druk op
om een foto te maken. Houd de telefoon stil
totdat de foto wordt opgeslagen. De afbeelding wordt
automatisch opgeslagen in de map
Afbeeldingen
van
Galerij
. Zie ‘Galerij’ op pag. 43.
Het opslaan van een vastgelegde afbeelding kan langer
duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of kleur
hebt gewijzigd.
Houd rekening met het volgende wanneer u een foto
neemt:
Camera en Galerij
39
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
• Het is raadzaam beide handen te gebruiken, zodat de
camera niet beweegt.
• Gebruik de nachtmodus om foto’s te nemen of video’s
op te nemen in een donkere omgeving. Als u de
nachtmodus gebruikt, is de belichtingstijd langer en
moet u de camera langer stilhouden.
• Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt
wijzigen voordat u een foto neemt, selecteert u
Opties
>
Aanpassen
>
Helderheid
,
Contrast
,
Witbalans
(alleen voor de camera aan de achterzijde)
of
Kleurtoon
(alleen voor de camera aan de
achterzijde). Zie ‘Kleur en belichting aanpassen’ op
pag. 40.
• De kwaliteit van een ingezoomde foto is lager dan de
resolutie van een niet-ingezoomde foto, maar het
formaat van de afbeelding blijft gelijk. U ziet het
verschil in afbeeldingskwaliteit als u de afbeelding op
een pc bekijkt.
•
Camera
Als u niet binnen een minuut op een toets
drukt, wordt de batterijspaarstand geactiveerd. Druk op
als u nog een foto wilt maken.
Houd rekening met het volgende wanneer u de foto hebt
gemaakt:
• Druk op
als u de foto niet wilt behouden.
• Druk op
om terug te gaan naar de zoeker en een
nieuwe foto te maken.
• Als u de afbeelding wilt verzenden
via Bluetooth
,
via e-mail
of
via multimedia
, drukt u op
. Zie
‘Berichten’ op pag. 51 en ‘Bluetooth-verbinding’ op
pag. 92 voor meer informatie.
• Als u in de standby-modus de foto als
achtergrondafbeelding wilt instellen, selecteert u
Opties
>
Inst. als achtergr.